De rainstick (of rainmaker) is een effectinstrument dat ongeveer 25 tot 150 centimeter lang is en ongeveer 4 tot 10 centimeter in doorsnee. Hij komt oorspronkelijk uit het noorden van Chili. De oorsprong ligt in de zeer droge Atacama-regio, waar de regenmaker voor het eerst werd gemaakt door de Diaguitas-indianen en werd gebruikt voor regenceremonies.
De rainstick is gemaakt van de 'Copado Cactus'. Er worden alleen dode cactussen gebruikt die al verhout zijn. De doornen worden in het binnenste van de cactus gedrukt. Vervolgens wordt de regenmaker gevuld met kleine rivierkiezels en aan beide uiteinden afgedicht.
Als je vervolgens de regenmaker omdraait, vallen de kleine steentjes over de naar binnen gedreven punten van de ene kant naar de andere. Hierdoor ontstaat een aangenaam, gelijkmatig geluid dat doet denken aan stromend water of regen.
De dikkere rainsticks zijn 6 - 12 cm dik en hebben een volumineuzer geluid.
Terwijl in Zuid-Amerika de medicijnmannen de regen wilden lokken met het zachte, ritselende geluid van de regenmaker, kunnen we nu genieten van de kalmerende werking ervan.
Het geluidsspectrum varieert van een fijne, zachte motregen tot het machtige gebrul van een stortbui. Hoe langer de rainstick, hoe hardnekkiger het 'regent'.
Korte varianten worden ook gebruikt als ritme-instrumenten die snel kunnen worden geschud.
Doorsnede:
- dunne rainstick: 4 - 10 cm
- dikke rainstick: 6 - 12 cm
Lengte:
- 25 cm
- 50 cm
- 75 cm
- 100 cm